- De wankelende vastgoedreus Evergrande kan de vastgoedzeepbel in China uiteen doen spatten.
- Dit gevaar speelt nauwelijks een rol op de valutamarkt, gelet op de stabiele ontwikkeling van de renminbi.
- Toch kan de Chinese munt onder druk komen te staan in het Jaar van de Tijger, signaleert valuta-expert Joost Derks.
ANALYSE – Met fraaie lichteffecten en de gebruikelijke vlaggenparade gingen de Olympische Spelen vrijdag van start in de Chinese hoofdstad Beijing. De grote show volgt slechts enkele dagen na de start van het Chinese nieuwjaar. Het land verwelkomde het Jaar van de Tijger, die volgens de astrologie symbool staat voor moed en kracht.
Die eigenschappen zijn hard nodig bij het aanpakken van economische problemen waar het land mee worstelt. Want hoewel het de laatste tijd opvallend stil is rondom de wankelende vastgoedreus Evergrande, is het gevaar voor de Chinese economie nog niet geweken.
Sterker nog: door de enorm hoge prijzen op de Chinese woningmarkt kan een economische klap hard doordreunen.
Evergrande: wat gaat dat kosten?
Als je puur naar de cijfers van Evergrande kijkt, zou het voor de overheid geen probleem mogen zijn om de financiële schade in te dammen. Het bedrijf heeft voor circa 130 miljard euro aan openstaande rekeningen bij toeleveranciers. Daarnaast heeft Evergrande circa 80 miljard euro aan schulden. Als ook alle juridische verplichtingen worden meegenomen, komt de potentiële schadepost op ruim 260 miljard euro.
De Chinese economie is ruim vijftig keer zo groot als de potentiële schadepost. De overheid kan dus zonder grote problemen de financiële knoop ontwarren. Het grote nadeel van die oplossing is dat er een heel verkeerd signaal vanuit gaat. Waarom zou je als vastgoedbedrijf nog proberen om risico’s uit te sluiten als de overheid toch bijspringt als het fout gaat?
Pas op voor het domino-effect!
Aan de andere kant is het ook geen optie om Evergrande te laten imploderen. In dat geval komen toeleveranciers en banken in de problemen. Als deze ondernemingen hun verplichtingen ook niet kunnen nakomen breidt de olievlek zich heel snel uit.
Door de luchtbel op de Chinese woningmarkt kan zo’n klap heel hard aankomen. In China ligt de gemiddelde verkoopprijs van een woning ongeveer 13 keer zo hoog als het modale inkomen. In steden als Beijing is dat zelfs een factor 25.
Toen in 2008 de dominostenen begonnen te vallen op de Amerikaanse huizenmarkt aan het begin van de kredietcrisis, was de woningwaarde ‘slechts’ 7 à 8 maal zo hoog als het gemiddelde inkomen.
De kracht van de renminbi
Op valutamarkten is er vooralsnog heel weinig aandacht voor de risico op de Chinese vastgoedmarkt. De renminbi heeft eind januari weliswaar een klein stapje terug gedaan. Maar ten opzichte van de dollar noteert de munt 3 procent hoger vergeleken met april 2021.
De kracht van de renminbi heeft alles te maken met het herstel van de wereldeconomie, waar China als exportgrootmacht van profiteert. Daarnaast spelen renteverschillen een rol.
De Chinese centrale bank hanteert een tarief van 3,7 procent. Dat steekt heel gunstig af bij de 0,25 procent in de Verenigde Staten. In Europa is dat zelfs -0,5 procent. Het laat zich echter uittekenen dat het verschil in de loop van 2022 een stuk kleiner wordt.
De Amerikaanse Federal Reserve lijkt zich op te maken voor vier of misschien wel meer renteverhogingen, terwijl de Chinese centrale bank de rente mogelijk gaat verlagen om te voorkomen dat vastgoedproblemen een te grote rem zetten op de economische groei.
Hiermee is er een serieuze kans dat het jaar van Tijger voor de renminbi minder mooi uitpakt dan het onlangs afgesloten jaar van de Os.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.